9 | Daarom blijft het recht vér van ons 1)
en bereikt ons de gerechtigheid niet. Wij wachten op licht, maar er is duisternis! op stralende [helderheid], [maar] we wandelen in donkerte. |
10 | We tasten als blinden langs de muur
als zonder ogen, zo tasten we [rond] we struikelen in de middag als was er schemering in welgedaanheid 2) zijn we als doden. |
11 | We brommen allemaal als beren
als koerende duiven zo koeren we. We wachten op recht, maar het is er niet op bevrijding, maar die blijft vér van ons. |
12 | Onze rebellie die is er ruimschoots tegenover u
onze zonden getuigen tegen ons. Ja, van onze rebellie zijn we ons bewust en van onze ongerechtigheden weten we: |
13 | Rebels JHWH verloochenen!
Terugvallen, weg van achter onze god en het oproepen tot verdrukking en ontsporing! Zwanger van, en zwammend vanuit het hart: woorden van leugen! |
14 | Teruggedrongen is het recht
gerechtigheid is vér weg komen te staan. De trouw struikelt op straat oprechtheid kan maar niet [binnen] komen! |
15 | Zo raakt de trouw vermist
en wie week van het kwade wordt uitgeplunderd. Maar JHWH zag het en het was kwaad in zijn ogen dat er geen recht was. |
16 | Hij zag dat er niemand was
en hij was ontzet dat er niemand tussenbeide kwam. Dus moest zijn eigen arm hem vrije baan geven zijn eigen gerechtigheid, die moest hem ondersteunen. |
17 | Hij kleedde zich met gerechtigheid als met een pantser
de helm der vrijheid op zijn hoofd. Hij kleedde zich met wraakgewaden als kleding hij sloeg naijver om als een mantel. |
18 | Naar wat er volvoerd is
daarnaar vergeldt hij razernij over zijn tegenstanders volvoerd over zijn vijanden. Tot aan de kustlanden vergeldt hij wat is volvoerd. |
19 | Dan vreest men de naam JHWH in het avondland
zijn glorie waar de zon stralend opkomt. Want het komt als een beek in de [berg]engte die wordt voortgejaagd door de adem van JHWH. |
1 | vertaling van Karel Deurloo |
2 | Onverklaard woord, wellicht samenhangend met de stam sj-m-n. |